Green
De impact van de mobiliteit op het leefmilieu verminderen
Als antwoord op deze milieu-uitdagingen schuift de gewestelijke mobiliteitsvisie volgende doelstellingen naar voren:
rechtstreekse uitstoot van broeikasgassen in het gewest tegen 2030 ten opzichte van 2005
Sinds de goedkeuring van het Gewestelijk Mobiliteitsplan (GMP) heeft de regering de nieuwe doelstelling aangenomen om de uitstoot van broeikasgassen met 47% te verminderen tegen 2030 ten opzichte van het niveau van 2005. Deze doelstelling moet worden verwezenlijkt met behulp van het Externe linkLucht-Klimaat-Energieplan (LKEP). De doelstellingen van het GMP en het LKEP zijn zeer gelijkaardig. Het Gewestelijk Mobiliteitsplan heeft immers tot doel een modale verschuiving teweeg te brengen van gemotoriseerde voertuigen naar andere verplaatsingswijzen en de afstand van de verplaatsingen met de auto te verminderen. Daarnaast streeft het ook naar de uitfasering van voertuigen met verbrandingsmotor en promoot het eveneens het gebruik van lichte en gedeelde voertuigen, die meer geschikt zijn voor een stedelijke context. Bovendien wil het gewest inrichtingsprojecten ontwerpen om zich te kunnen wapenen tegen de klimaatverandering, bijvoorbeeld door het aantal hitte-eilanden te verminderen, door regenwaterbeheer, …
Het is moeilijk om een verminderde uitstoot van broeikasgassen aan een specifiek beleid toe te schrijven. Op het gebied van de doelstellingen van de Mobility Vision zijn de tendensen bemoedigend, zoals de daling van het autobezit per huishouden, de evolutie van de modale aandelen (zie de Mobility vision). Toch vertegenwoordigde de uitstoot van het wegverkeer in Externe link2022 nog 24% van de totale uitstoot van broeikasgassen in het gewest. Dat toont aan dat het nodig is om de acties van het GMP die bijdragen aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen door de transportsector voort te zetten en te versterken. Om de doelstelling te behalen van lichte voertuigen die aan de stedelijke context aangepast zijn, hebben Leefmilieu Brussel en Brussel Mobiliteit bovendien de impact van zware voertuigen geanalyseerd.
In de voorbije 10 jaar is Externe linkde luchtkwaliteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) aanzienlijk verbeterd dankzij de maatregelen die getroffen werden en de technologische vooruitgang. Er is echter nog werk aan de winkel om te voldoen aan de toekomstige Europese grenswaarden in 2030, en nog meer om de waarden na te leven die worden aanbevolen door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
De impact van de klimaatopwarming laat zich jaar na jaar meer voelen. Vergroening en waterdoorsijpeling worden systematisch opgenomen in de projecten van Brussel Mobiliteit. Daarnaast is er een interventieprogramma dat specifiek gericht is op de vergroening en ontharding van bestaande infrastructuur (zie Externe linkfiche B.8). Op het gebied van geïntegreerd regenwaterbeheer, tot slot, heeft Brussel Mobiliteit zich tot doel gesteld de totale hoeveelheid wegoppervlak dat niet op de riolering is aangesloten uit te breiden van 95 ha (10,5%) nu naar 191 ha tegen eind 2030. In het kader van de nieuwe beheersovereenkomst hebben de MIVB en Brussel Mobiliteit zich er bovendien toe verbonden een plan aan te nemen dat rekening houdt met de klimaatuitdagingen bij het beheer van het openbaarvervoernet en de openbaarvervoerinfrastructuur, om zich te wapenen tegen extreme weersverschijnselen en de eraan verbonden risico’s (hittegolven, hevige regenval, overstromingen, aardverschuivingen, enz.) en zo de continuïteit van de MIVB-diensten te verzekeren.